Hans Jansen & Bert Snel, eds., Eindstrijd: De finale clash tussen het liberale Westen en een traditionele Islam.
Amsterdam: Uitgeverij Van Praag, 2009
Gewoonlijk hoor je Europeanen twee dingen zeggen: dat ze niet adequaat hebben gereageerd op de immigratie van moslims naar hun landen en dat ze naar de Verenigde Staten moeten kijken voor ideeën om daar verbetering in aan te brengen.
Met de eerste stelling ben ik het zonder meer eens: op het Europese continent is de confrontatie met de islam uitgelopen op een mislukking, zo niet een ramp. Maar dat is niets nieuws. Daarom wil ik ingaan op de tweede stelling: het denkbeeld dat Europa van de Verenigde Staten moet leren en de VS moet proberen te evenaren. Kort gezegd zal ik redenen aandragen waarom dat niet moet gebeuren.
Het Europese probleem
Uit opinieonderzoeken onder Europese moslims blijkt steeds weer dat deze bevolkingsgroep diepgaand vervreemd is van de samenlevingen waar men te gast is. Het vooraanstaande enquêtebureau YouGov paste bijvoorbeeld de standaardmethode voor opinieonderzoek toe om van 15 tot 22 juli 2005 vragen te stellen aan moslims in Groot-Brittannië en kwam tot de slotsom dat 1 procent van hen ofwel 'ca. 16.000 personen verklaren dat zij bereid zijn, eventueel ook graag bereid zijn om geweld te aanvaarden' teneinde de 'decadente en immorele' westerse samenleving ten val te brengen. Het YouGov-onderzoek omvat veel andere statistische gegevens die voor Britten en anderen in het Westen interessant, zo niet schokkend zouden zijn.1
- Het aantal moslims dat de bomaanslagen van 7 juli 2005 in Londen per saldo gerechtvaardigd vindt bedraagt 6 procent, terwijl overigens een jaar later 24 procent vindt dat een soortgelijke bomactien als die van 7 juli onvermijdelijk is, welke actie de regering, de politie en de lokale leiders ook ondernemen.2 Begrijpen 'waarom sommige mensen zulke dingen doen', doet 56 procent.
- Begrip voor de 'gevoelens en motieven' van degenen die de aanslagen van 7 juli pleegden heeft 24 procent.
- Oneens met Tony Blairs omschrijving van de ideologie van de Londense aanslagplegers als 'ontaard en verdorven' is 26 procent.
- Weinig of zelfs helemaal geen loyale gevoelens ten opzichte van Groot-Brittannië heeft 16 procent. Een jaar later vindt 58 procent van de Britse moslims dat de Britse buitenlandse politiek antimoslim is (ibidem). Bovendien zegt dan 51 procent enige sympathie te voelen voor moslims die, gezien wat er gebeurt in Irak, Afghanistan en Palestina, een heilige oorlog voeren tegen het Westen.
- Bijna een derde (32 procent) is het eens met de stelling dat 'de westerse samenleving decadent en zedeloos is en dat moslims moeten trachten deze omver te werpen', hoewel de overgrote meerderheid wel vindt dat alleen niet-gewelddadige middelen mogen worden gebruikt en (zoals hierboven vermeld) maar 1 procent bereid is om 'zo nodig' geweld te gebruiken.
- Wel is 56 procent van de moslims het eens met de stelling dat de westerse samenleving misschien niet perfect is, maar dat moslims ermee zullen moeten leven en er niet naar moeten streven haar omver te werpen.
- Iets meer dan de helft (52 procent) is het ermee eens is dat Britse politieke leiders het niet menen wanneer ze over gelijkheid spreken en het leven van een blanke Brit als waardevoller beschouwen dan het leven van een Britse moslim.
- Toch zou 10 procent geen aangifte zou doen als een godsdienstige moslimleider jonge moslims 'probeert te "radicaliseren" door haat jegens het Westen te prediken'.
- Ook vindt 14 procent niet dat mensen naar de politie moeten stappen als ze 'in de gemeenschap iets zien wat hen wantrouwig maakt'.
- Ten slotte zou 73 procent de politie inlichten als ze meenden iets te weten over mogelijke plannen voor een terroristische aanval. (De Daily Telegraph heeft overigens het percentage dat dit niet zou doen, niet bekendgemaakt.)
In pogingen om uit te leggen waarom dat allemaal zo is, wordt altijd verwezen naar de sociaalpathologische problemen van moslims: werkloosheid, armoede, misdaad, drugs en dergelijke. Dat zijn reële problemen als we kijken naar een rapport dat is gebaseerd op de officiële cijfers voor 2001, gepubliceerd door het landelijke Britse bureau voor statistiek. Volgens een samenvatting in The Guardian werd in het rapport geconstateerd dat moslims het vaakst werkloos waren, de slechtste gezondheid genoten, de meeste arbeidsongeschikten telden en de minste diploma's op zak hadden.3 In de meeste opzichten was het met moslima's slechter gesteld dan met hun mannelijke geloofsgenoten. Vergeleken met mensen uit andere religieuze groeperingen hadden moslims de grootste huishoudens en was het bezit van een eigen huis voor hen het minst waarschijnlijk.
In de jaren 2003 en 2004 zaten moslims het vaakst zonder werk. Bij de mannen ging het om 14 procent, vergeleken met 4 procent bij christenen. Bij vrouwen ging het om 15 procent, bijna vier keer zoveel als bij christenen. Moslims van 16 tot 24 jaar waren het vaakst werkloos: 22 procent, vergeleken met een gemiddelde van 11 procent bij de christenen. Moslims en moslima's waren vaker dan andere groepen niet economisch actief: niet beschikbaar voor werk of niet op zoek naar werk. Meer dan twee derde (68 procent) van de moslima's in de arbeidsgeschikte leeftijd was niet economisch actief, vergeleken met 25 procent van de christenen en niet meer dan een derde van de vrouwen uit andere religieuze groeperingen.
Met de gezondheid van de moslimbevolking was het heel slecht gesteld. Van de mannen zei 13 procent 'geen goede gezondheid' te hebben, ongeveer twee keer zoveel als bij christenen en joden. Bij de vrouwen ging het om 16 procent. Na aanpassing voor de verschillende leeftijden per religieuze groepering waren de moslims ook het vaakst arbeidsongeschikt: 24 procent van de vrouwen en 21 procent van de mannen.
Moslims hebben de laagste diploma's: 31 procent van de mannen in de arbeidsgeschikte leeftijd heeft geen enkel diploma, vergeleken met 23 procent van de sikhs en 15 procent van de christenen. Sikhs en christenen maakten daarentegen evenveel kans op een universitaire graad (in 2003-2004 was dat 16 procent in beide groepen). Eén op de twintig mannelijke hindoes was dokter, vergeleken met één op de tweehonderd mannelijke christenen of sikhs. Mannelijke moslims hadden zes keer meer kans taxichauffeur te zijn dan christenen. Mannelijke moslims en sikhs komen het minst vaak in een baan in de directionele sfeer of in de vrije beroepen terecht. Oplossingen die voor dit soort problemen worden aangedragen zijn onder meer: moslims aanmoedigen om Europese talen te leren en te integreren in de maatschappij, hulp bieden in de vorm van positieve discriminatie, de autochtone samenleving overhalen hun moslimburen een warm hart toe te dragen. Ja, zulke oplossingen komen algemeen voor.
Het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken heeft derhalve voorgesteld dat godsdienstige leiders van immigranten alleen nog mogen prediken als ze Engels spreken en zich bekend tonen met onderwerpen als de parlementaire democratie, het belastingstelsel, de antidiscriminatiewetgeving, de burgerrechten, de recente geschiedenis van migratie naar het Verenigd Koninkrijk, de basiswetgeving van het land en de rol van de plaatselijke overheden. Ook de Franse autoriteiten willen dat imams Frans spreken en op de hoogte zijn van de geschiedenis, staatsinrichting en cultuur van het land. Een Spaanse rechter beval imam Mohammed Kamal Mustafa uit Fuengirola de grondwet van Spanje te bestuderen, als tegengif voor het boek Vrouwen in de islam, dat hij in 2001 had geschreven en dat aanbevelingen doet voor hoe je je echtgenote moet slaan zonder dat dit sporen op haar lichaam achterlaat.4
Met de bedoeling vermeende 'islamofobie' uit te roeien verstrekken regeringen bovendien allerlei privileges aan moslims en spant men zich in om de islam in een positief licht te stellen.
Er valt niet te twijfelen aan de logica van de veronderstelling dat nietbegrijpende, vervreemde en verarmde moslimpopulaties extra bevattelijk zijn voor de aantrekkingskracht van de radicale islam. Maar vloeit daar dan ook meteen uit voort dat begrijpende, geïntegreerde en welvarende moslims loyaler zijn? Niet per se.
Islamisten kunnen hun talen spreken, de Britse belastingwetten of de Franse geschiedenis op hun duimpje kennen en het kan ze financieel voor de wind gaan. Loyaliteit aan een westers land wordt door geen van deze kwaliteiten gegarandeerd, laat staan vergroot. Dat de Londense bommenleggers uit stabiele, welvarende milieus kwamen wordt gesymboliseerd door het feit dat een van hen vlak voor hij zichzelf de lucht in blies van zijn vader een Mercedes had gekregen. De statistische analyse van Marc Sageman toont aan dat ze geïntegreerd zijn en uit een welvarend gezin komen.5
Het Amerikaanse probleem
De Amerikaanse ervaring is bruikbaar om er gegevens aan te toetsen, want de omstandigheden waarin moslims in de Verenigde Staten verkeren zijn veel beter dan die van hun Europese geloofsgenoten. Bijna alle Amerikaanse moslims spreken Engels en ze zijn goed geïntegreerd (gettoachtige wijken met veel moslims zul je in de VS niet vinden). Van Europese sociaalpathologische problemen als werkloosheid, criminaliteit en druggebruik is geen sprake en hun opleidings- en beroepsniveau ligt hoger dan het landelijk gemiddelde. In sociaaleconomisch opzicht kunnen moslims, zoals ik in november 20006 heb opgemerkt, weinig op Amerika aan te merken hebben. Op het gebied van opleiding scoren ze als een van de hoogste groeperingen van het land (een fenomenale 52 procent blijkt een universitair diploma te hebben), wat tot een patroon leidt van prestigieuze, goedbetaalde banen. Moslimimmigranten richten zich veelal op de vrije beroepen (met name in de gezondheidszorg en de technische wetenschappen) of op het ondernemerschap en hun inkomen blijkt hoger te liggen dan het nationale gemiddelde in de VS; hun gemiddelde gezinsinkomen voor 2006 bedroeg naar verluidt 69.000 dollar. In moslimtijdschriften wordt volop reclame gemaakt voor luxevilla's, chique auto's en kostbare juwelen, en er zijn heel wat moslims die het klassieke succesverhaal van de immigrant, 'van krantenjongen tot miljonair', zelf hebben meegemaakt. Amerikaanse moslims zeggen vol trots dat zij tot 'de rijkste moslimgemeenschap ter wereld' behoren en daar hebben ze gelijk in.
Moslimorganisaties hebben niet die harde, radicale invalshoek die je in Europa aantreft; er is geen vooraanstaande Amerikaanse groep die ook maar in de verte vergeleken kan worden met bijvoorbeeld de Al Muhajiroun7 uit het Verenigd Koninkrijk. In Groot-Brittannië en in Amerika zijn gelijknamige Muslim Public Affairs Councils actief, maar de Britse variant stelt zich veel agressiever op dan de Amerikaanse.
Er zijn schrijvers die concluderen dat het probleem waarvoor Europa zich geplaatst ziet, door de Verenigde Staten is opgelost. Een prominent voorbeeld is Spencer Ackerman, die in een omslagartikel in The New Republic van december 2005 uitlegt 'Waarom Amerikaanse moslims niet aan terrorisme zijn begonnen'. Dat heeft volgens hem in beginsel te maken met 'hoe weinig Amerikaanse moslimextremisten er eigenlijk zijn'. En dat komt dan weer, zegt hij, door het succes dat de Verenigde Staten hebben met het door hen gecreëerde 'model voor een westerse moslimidentiteit'.
Een nadere beschouwing brengt echter veel problemen aan het licht.
Ondanks de pluspunten zijn ook Amerikaanse moslims vervreemd. Een opiniepeiling uit 2003 gaf bijvoorbeeld aan dat moslims uit Detroit in een verhouding van 2:1 de Verenigde Staten 'onzedelijk' vinden.8 Kambiz GhaneaBassiri had in eerder onderzoek al aangetoond dat moslims, zowel immigranten als bekeerlingen, deze mening over het land delen en dat dit inhoudt dat 'een significant aantal moslims, met name de immigranten onder hen, geen nauwe banden met of loyale gevoelens jegens de Verenigde Staten heeft'. Sterker nog, meer dan de helft van de immigranten en een derde van de bekeerlingen voelen zich ten opzichte van een ander land loyaler dan ten opzichte van de Verenigde Staten.9
Deze vervreemding wordt op bijzondere wijze geïllustreerd als we naar de moslims bij de Amerikaanse strijdkrachten kijken.10 Moufid El Khatib, een 57-jarige Palestijnse immigrant uit Dearborn (Michigan), wiens 24-jarige zoon Talal El Khatib sergeant is in het Amerikaanse leger, ondervond eind 2003 tegenwerking omdat hij zijn zoon soldaat liet worden. Zelf vertelt Talal El Khatib, die in Guantánamo Bay is gelegerd, dat hij erger gediscrimineerd wordt door Arabische Amerikanen omdat hij soldaat is dan door collega-soldaten omdat hij moslim is. 'Ik word meer onder druk gezet door de burgers, als ik het uniform uitdoe.'
Een andere soldaat uit Dearborn, Abraham Gebara, kwam op een andere manier met het probleem in aanraking: 'Ik had vrienden die niet meer met me praatten.' Een Pakistaans-Amerikaanse soldaat uit Great Falls (Virginia), Mirza Bashir Ahmad, kreeg te maken met verzet van zijn vader ('Bashir, wil je dit echt? Ben je niet in de war? Je bent moslim'), die op zijn beurt in zijn moskee kritiek te verduren kreeg omdat zijn zoon bij het leger ging.
Europese moslims gaan naar Irak om daar de coalitietroepen aan te vallen, maar Amerikaanse moslims (John Walker Lindh, de Portland- en Lackawanna-cellen) gingen naar Afghanistan en vielen ze daar aan.
Europese moslims hebben in hun tweede thuisland zelfmoordaanslagen gepleegd, maar dit is ook door Amerikanen geprobeerd. Moslimimmigranten hebben onder meer aanslagen gepleegd in:
- januari 1990 – een Egyptische vrijdenker gedood in Tucson (Arizona)
- november 1990 – een joodse leider gedood in New York
- februari 1991 – een Egyptische islamist gedood in New York
- januari 1993 – twee cia-medewerkers gedood voor het CIA-hoofdkwartier in Langley (Virginia)
- februari 1993 – zes mensen gedood in het World Trade Center
- maart 1994 – een orthodox-joodse jongen gedood op de Brooklyn Bridge
- februari 1997 – een Deense toerist gedood op het Empire State Building
- oktober 1999 – 217 passagiers gedood tijdens een vlucht van EgyptAir vlak bij New York City
- juli 2002 – Mohamed Ali Hadayet pleegt een dubbele moord bij de El Al-balie op het vliegveld van Los Angeles
- augustus 2003 – Mohammed Ali Alayed vermoordt Ariel Sellouk in Houston.
Het probleem van tot de islam bekeerde mensen die gewelddadigheden plegen is in de Verenigde Staten bijzonder nijpend; ik zou bijna zeggen dat dit soort incidenten zich daar even vaak voordoet als alle incidenten elders in het Westen bij elkaar.
Dit zijn enkele afgesloten zaken:11 Ryan Anderson, levenslang wegens pogingen Al-Qaida te helpen terwijl hij bij de Nationale Garde diende; David Belfield vermoordde in de buurt van Washington een Iraanse oud-diplomaat en vluchtte naar Iran; Clement Rodney Hamptonel, 35 jaar wegens hulp bij de bomaanslag op het World Trade Center in 1993; Mark Fidel Kools, doodstraf vanwege zijn rol als de belangrijkste 'Beltway-sniper'; Randall Royer, twintig jaar op beschuldiging van wapen- en explosievenbezit 'opgeleverd door onderzoek naar een militant jihadistennetwerk in Noord-Virginia'; vijf leden van de Jamaat ul Fuqra, een in Pakistan gevestigde groepering die wordt verdacht van zeker dertien moorden in Amerika, met gevangenisstraffen tot 69 jaar.
Overige geruchtmakende zaken van bekeerlingen: Adam Gadahn, bekend als de 'Amerikaanse Taliban' (geboren als Adam Pearlman), is weliswaar voortvluchtig, maar dat weerhoudt hem er niet van zich bij tijd en wijle te manifesteren in diverse offensieve video's; hij wordt gezocht in verband met 'mogelijke terroristische dreigingen' tegen de Verenigde Staten. Jose Padilla die aanvankelijk beschuldigd werd van voornemens om een 'geïmproviseerde vuile bom' of een radiologisch verspreidingsprojectiel te maken, maar deze zaak kon men niet rond krijgen, is inmiddels op 22 januari 2008 voor 'criminele spionage' tot zeventien jaar gevangenisstraf veroordeeld. Dan is er nog de bijzondere zaak van de leden van de Jam'iyyat Ul-Islam Is-Saheeh (Arabisch voor 'Vergadering van Authentieke Islam' en afgekort als JIS) die ervan verdacht worden terreur te willen zaaien rondom Los Angeles. Drie van de vier leden zijn bekeerlingen. Deze organisatie is in al 1997 opgericht door de gedetineerde Kevin Lamer James. JIS streeft naar een soortof jihadversie
van de islam die hier en daar in Amerikaanse gevangenissen wortel schijnt te hebben geschoten. Een van de leden is Hammad Riaz Samana, een Pakistaanse immigrant, die studeert aan het Santa Monica College. De andere twee zijn bekeerlingen: de zwarte medewerker van een duty-free shop in Los Angeles International Airport, Gregory Vernon Patterson, en de in de gevangenis gerecruteerde Levar Washington. Santana werd ongeschikt bevonden om terecht te staan, maar Washinton en Patterson zijn inmiddels in augustus 2008 veroordeeld tot respectievelijk 22 jaar en 151 maanden (extra) gevangenisstraf. Veel aandacht trok ook de zaak van de arts Rafiq Sabir die in november 2007 een gevangenisstraf kreeg van 25 jaar voor deelname aan een samenzwering, samen met Tarik Shah en Mahmud Faruq Brent, om Al-Qaida te helpen met (medische) hulpmiddelen. Shah en Brent kregen beide vijftien jaar gevangenisstraf.
Op deze manier stuurt het Amerikaanse voorbeeld een ontmoedigende boodschap naar Europa: hun problemen worden niet opgelost door het verbeteren van de omstandigheden van moslims. Ze worden veeleer beheerst door een vicieuze ideologie die met gelijke middelen bestreden moet worden. De Europeanen zijn geneigd zich op armoede en discriminatie te concentreren; dat zijn weliswaar op zichzelf staande problemen, maar ze spelen niet meer dan een ondergeschikte rol in de geradicaliseerde toestand waarin de moslimpopulaties zich bevinden. Concentratie op de rol van ideeën zou het beste zijn.
Een vergelijking
Twee conclusies
Ten eerste erken ik dat de problemen van Europa in zekere zin beslist acuter zijn dan die van Amerika.
- Er is in Europa sprake van een tastbaar gevoel van belegering. De voor The Pim Fortuyn Memorial Conference vereiste beveiliging illustreert dat; in de Verenigde Staten hoeven zulke bijeenkomsten nooit in vergelijkbare omstandigheden gehouden te worden. Er bestaat een gerichte jihad in Nederland (evenals in Algerije en Irak), Douglas Murray12 legt dat op briljante wijze uit, en in de Verenigde Staten is dat niet het geval.
- Een verschijnsel als de 'eerste Franse intifada' komt in de Verenigde Staten niet voor.
- Meer in het algemeen is de Europese beschaving op unieke wijze in het geding; er wordt nergens gesuggereerd dat er aan het einde van deze eeuw wel eens een moslimmeerderheid zou kunnen zijn in de Verenigde Staten.
Ik stel vast dat dit verschil minder te maken heeft met bepaalde door de Europeanen gemaakte fouten en meer met een groot aantal dieper gelegen factoren:
- De moslimpopulatie in Europa is naar verhouding ongeveer vier keer zo groot.
- Het geboortecijfer in de Verenigde Staten is meer dan 50 procent hoger dan in Europa.
- In Europa is het christendom op sterven na dood, in de VS is het springlevend.
- Amerika is een idee, geen erfgoed, en veel eenvoudiger om deel van uit te maken (ook in zijn huidige verzwakte toestand).
- De immigranten naar beide regio's zijn anders, waarbij die in Europa over het algemeen lager opgeleid zijn dan die in de Verenigde Staten.
- Door de nabijheid van belangrijke moslimcentra (met name Marokko, Tunesië, Albanië) is immigratie lastiger onder controle te houden.
- De reactie van de VS is niet zo politiek correct; het is bijvoorbeeld onvoorstelbaar dat Abu Hamza al-Masri13 in de Verenigde Staten zo lang zijn gang had kunnen gaan.
Merk op dat dit over het algemeen terreinen zijn waar de Europeanen niet zomaar even van beleid kunnen veranderen; het zijn gegevenheden.
Ten tweede passen islamistische bewegingen zich aan de omstandigheden aan. De premier van Turkije, Recep Tayyip Erdogan, gaat heel anders te werk dan Osama bin Laden, maar beiden streven naar toepassing van de sharia en de vestiging van een islamitisch bestel. Op vergelijkbare wijze traden in Italië en in Rusland de communistische partijen anders op. Zo'n beweging is aanpasbaar en flexibel. Over het algemeen is ze in de Verenigde Staten beter gemanierd, maar dat wil niet zeggen dat haar doelen minder ambitieus zijn of haar tactieken minder effectief. Er is zelfs enig voordeel gelegen in een uitermate openlijke en theatrale vijand, zoals in Europa het geval is.
Wat op één plek werkt, werkt ergens anders niet. Dat is de ultieme manier om het contrast tussen Europa en de Verenigde Staten te begrijpen: niet als slechter en beter, maar als anders.
Noten
1 Zie voor de volledige resultaten van deze peiling: Yougov Survey Result, 2005. Uit een rapport van het Pew Research Center dat op 22 juni 2006 werd gepubliceerd, komt naar voren dat van de Britse moslims 15 procent het soms en 9 procent het zelden gerechtvaardigd vindt dat geweld tegen burgerdoelen wordt gebruikt teneinde de islam te verdedigen. Bron: Pew Research Rapport, The Great Divide: How Westerners and Muslims View Each Other, p. 4.
2 Zie: Yougov/Sunrise Survey Results, 2006 (t.a.p.Yuogov.com.). Deze steekproef is gehouden tussen 4 en 6 juli 2006.
3 Zie voor vergelijkbare Nederlandse data de SCP/WODC/CBS-publicatie: Jaarrapport Integratie 2005, [Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatie Centrum (WODC), Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)], september 2005. Daaruit blijkt dat er sprake is van aanzienlijk achterstanden van allochtone vergeleken met autochtone inwoners. Het tweede Jaarrapport integratie 2007, Den Haag, bevat een aantal opvallende, scherp geformuleerde negatieve karakteriseringen waar het gaat over de achterstanden van de onderscheiden groepen allochtonen, maar ook wordt blijmoedig gesproken van enige vooruitgang. Het SCP is somber (in vergelijking met autochtonen) over de enorme uitval van allochtone leerlingen uit het voortgezet onderwijs en het mbo, de lage slagingspercentages en de grote aantallen zittenblijvers, het hogere werkloosheidspercentage van allochtone groepen, de hoge jeugdwerkloosheid, de lage arbeidsmarktparticipatie van met name Antilliaanse en Marokkaanse jongeren. Deze zijn nog steeds vaak werkloos en het aandeel werkenden blijft ver achter bij dat van de autochtonen. De jeugdwerkloosheid is hoog en vooral Marokkaanse vrouwen participeren maar weinig op de arbeidsmarkt. De hoge criminaliteit onder met name Antilliaanse en Marokkaanse jongeren wordt schrikbarend genoemd en de recidivecijfers zijn erg hoog. Veel minderheden zijn afhankelijk van een uitkering en een groot aandeel van de huishoudens zit onder de armoedegrens. Aan de sociale afstand tussen allochtonen en autochtonen is in de afgelopen tien jaar weinig veranderd, bij Antillianen is deze zelfs toegenomen. Vooral Turken gaan weinig om met autochtonen. Grote groepen allochtonen wonen geconcentreerd in de grote steden en alleen al om deze reden zijn de ontmoetingskansen met autochtonen verder afgenomen. Over en weer is de beeldvorming niet erg gunstig en hoewel de verharding van het maatschappelijke klimaat wat over zijn hoogtepunt heen lijkt te zijn, staan allochtonen en autochtonen nog steeds ver van elkaar af.
Positief is een en ander te noemen. Zo is er ondanks de optredende fluctuaties duidelijk sprake van een structurele verbetering van de arbeidsmarktpositie, ook al is de achterstand van niet-westerse allochtonen nog steeds groot en wordt hun opleidingsniveau gestaag hoger.
4 Bericht in The Washington Times van 29 september 2005. In Nederland bestaat er geen verplichting dat imams Nederlands spreken. Wel is een streven waar te nemen in die richting, blijkens de inmiddels bestaande imamopleidingen in het Nederlandse hoger onderwijs. Er wordt geconstateerd en soms zelfs betreurd dat imams niet te controleren zijn omdat ze geen Nederlands spreken. Zo kwam op 17 juli 2008 in het nieuws dat de Tweede Kamer het aanbod van Marokko verwierp om rond de ramadan zeven imams naar Nederland te sturen. Marokko wilde imams naar Europa en Canada sturen om Marokkanen aldaar te beschermen tegen preken van extremistische imams. Ook moeten de gezanten ervoor zorgen dat Marokkanen in het buitenland trouw blijven aan hun wortels en tradities. De Kamerleden hekelen de bemoeizucht van het land. 'Dat vaderlijke gedrag moet ophouden,' aldus Jeroen Dijsselbloem van de PvdA. 'De Marokkaanse gemeenschap in Nederland bepaalt zelf wel welke imams zij aanstellen.' Volgens Madeleine van Toorenburg van het CDA zouden de uitspraken van de imams uit Marokko bovendien moeilijk te controleren zijn, omdat zij geen Nederlands spreken (bron: http://www.elsevier.nl/web/10196006/Nieuws/Politiek/Kamer-Geen-imams-uit-bemoeizuchtig-Marokko.htm).
5 Sageman, Marc, Understanding Terrorist Networks, Philadelphia, Pennsylvania, 2004.
6 Pipes, Daniel, 'Are Muslim Americans Victimized?', Commentary, november 2000.
7 Al-Muhajiroun (de emigranten) is een dode organisatie. Twee zusterorganisaties zijn door de Britse Terrorismewet van 2006 in de ban gedaan wegens 'verheerlijking' van terrorisme. De Al-Muhajiroun opereerde vanaf 14 januari 1986 totdat de Britse regering in augustus 2005 het voornemen tot een ban aankondigde.
8 De peiling is verricht door het Institute for Social Policy and Understanding, een islamitische organisatie uit de Detroit-regio. Het rapport A Portrait of Detroit Mosques: Muslim Views on Policy, Politics and Religion is op 6 april 2004 gepubliceerd en geschreven door Ihsan Bagby, een 'associate professor of Islamic studies' aan de Universiteit van Kentucky. Het onderzoek is medio 2003 uitgevoerd. Zie voor meer hierover mijn 'The Moderation of American Muslims', FrontPageMagazine.com, 8 april 2004.
9 GhaneaBassiri, Kambiz, Competing Visions of Islam in the United States: A Study of Los Angeles, Greenwood, 1997. Zie ook mijn bespreking in Middle East Quarterly, december 1998.
10 Pipes, Daniel, 'Muslim Soldiers in the West, Criticized by their Communities', 17 december 2003, geüpdatet 12 augustus 2006 .
11 Meer hierover: Pipes, Daniel, 'Fighting Militant Islam, Without Bias', City Journal, november 2001. Zie voor de zaken die verderop nog worden genoemd ook mijn 'Further Converts to Terrorism', 7 december 2005, geüpdatet 23 december 2006.
12 Zie diens in dit boek opgenomen artikel (p. 92 e.v.).
13 Deze eenogige en gehandicapte voormalige imam van de Finsbury Park-moskee in het noorden van Londen zit al gevangen sinds februari 2006, toen hij werd veroordeeld tot zeven jaar voor racistische misdaden en aanzetten tot het vermoorden van niet-moslims. Hij werd in mei 2004 op grond van een Amerikaans opsporingsverzoek gearresteerd, maar de uitleveringsprocedure werd opgehouden door zijn proces in Engeland en de beroepszaken die hij tegen zijn veroordeling begon. Het Hogerhuis besliste dat voor hem geen verder beroep meer mogelijk was. Het Britse hooggerechtshof heeft op vrijdag 20 juni 2008 bepaald dat de radicale imam Abu Hamza al-Masri aan de Verenigde Staten moet worden uitgeleverd. Het hof bevestigde daarmee een uitspraak van een lagere rechtbank waartegen Al-Masri in beroep was gegaan. Hij kan nogmaals beroep aantekenen bij het Hogerhuis. Inmiddels is het beroep afgewezen.