In een unanieme stemming op 17 mei 2016, heeft de Amerikaanse Senaat de Justice Against Sponsors of Terrorism Act (JASTA) wet aangenomen, die het toelaat dat slachtoffers van de terreur en hun overlevende familieleden vanaf Amerikaanse bodem rechtszaken kunnen aanspannen jegens buitenlandse regeringen voor het steunen van terrorisme. In het bijzonder rechtszaken tegen de Saoedische regering voor haar vermeende rol in de aanslagen van 9/11.
Als argument in het voordeel van het wetsvoorstel, merkte senator Chuck Schumer op dat "Indien de Saoedi 's niet hebben deelgenomen aan dit terrorisme, dan hebben ze niets te vrezen om voor de rechtbank te verschijnen. Als ze toch hebben deelgenomen, moeten ze ter verantwoording worden geroepen."
JASTA co-sponsors senator John Cornyn (R-TX) en senator Chuck Schumer (D-NY) bij het verlaten van een persconferentie op 17 mei 2016. |
Op hun beurt, dreigden de Saoedi's om hun participaties in Amerikaanse overheidsobligaties te verkopen; maar terwijl het gerucht de ronde ging dat dit zou oplopen tot 750 miljard dollars, geven recente onthullingen aan dat het bedrag zou neerkomen op een niet al te indrukwekkende 117 miljard dollars, althans in termen van direct eigenaarschap (niemand die weet hoeveel Riyad bezit van de 265 miljard dollars van de Kaaimaneilanden of van de 264 miljard dollars van Ierland.)
JASTA werd in de Amerikaanse senaat aangenomen zonder oppositie dankzij een sectie getiteld "Stay of Actions Pending State Negotiations" die een compromis voorstelt tussen enerzijds de regering Obama die in staat wil zijn om al deze rechtszaken af te wijzen en anderzijds de 9/11 families die ze allemaal willen laten doorgaan. De verblijfsbepaling legt deze beslissing in de handen van een onafhankelijke rechter.
Maar opmerkende dat het weinig waarschijnlijk is dat het Amerikaanse Huis van Afgevaardigden merkt de wet zal goedkeuren, Obama is namelijk tegen de wet en de Saoedische overheid heeft ertegen gemobiliseerd, lijkt de stemming een nobel maar vergeefs initiatief.
[Correctie: Ik baseerde mij in mijn oorspronkelijke versie van dit blogartikel op een artikel van Paul Sperry "Schumer upends 9/11 Saudi suit bill at 11th hour," New York Post, 24 mei 2016 – een bekende schrijver in een betrouwbare publicatie.
Daarin betoogde Sperry dat de ervaren senator uit New York de wet 'Justice Against Sponsors of Terrorism Act' had afgezwakt door een sectie toe te voegen met als titel 'Stay of Actions Pending State Negotiations', waardoor de uitvoerende macht rechtszaken kon stoppen wanneer het dat wil.
The New York Post publiceerde een dag later en tweede artikel omtrent het onderwerp, "The Truth About the 9/11 Victims' Bill," geschreven door 9/11 families en hun raadgever. Daarin werd gefocust op twee fouten in de analyses van Sperry betreffende die sectie:
- "De verblijfsbepaling werd niet voorgesteld door senator Schumer, maar door Republikeinse leden die bezwaren tegen het wetsvoorstel hadden opgeworpen."
- "De verblijfsbepaling in JASTA verzwakt de wet niet."
Ik werd verder geïnformeerd door een lid van het stafpersoneel van de Senaat dat de 9/11 families zelf als eerste die verblijfsbepaling hadden voorgesteld om compromissen te sluiten met de regering Obama en terughoudende senatoren te overtuigen. Vanuit het standpunt van de families draagt dit bij aan de wet en is een duidelijke verbetering ten opzichte van een voorstel van de regering waarbij de uitvoerende macht eenzijdig de macht zou hebben om rechtszaken te annuleren. In plaats daarvan, legt JASTA deze macht in de handen van een onafhankelijke rechter.
Vandaar dat ik de titel van dit blogartikel gewijzigd heb van "Cruel Hoax: The Justice Against Sponsors of Terrorism Act" naar "The Justice Against Sponsors of Terrorism Act".]