Recep Tayyip Erdoğan, de briljante en ietwat boosaardige president van de Republiek Turkije, domineert in zijn land dusdanig de politieke scene dat hij zich een beetje zelfverwennerij kan veroorloven. En dus doet hij precies dat. Ter overweging deze twee dominante thema's die momenteel leven in het Turkse openbare leven:
- Weigering om de wetten tegen het terrorisme te veranderen om te voldoen aan de eisen van de Europese Unie: Als Erdoğan deze betekenisloze semantische concessie zou maken (hij kon nog steeds iedereen arresteren die hij wil, maar dan voor een andere beschuldiging), dan zou hij het gigantische voordeel winnen van visa-vrij reizen voor 75 miljoen Turken naar de Schengen-zone in de EU, een voordeel dat de potentie heeft om alles op te lossen, van zijn Koerdische probleem tot aan zijn Syrische vluchtelingen kwestie.
- Het veranderen van de grondwet om aldus een parlementaire democratie te veranderen in een presidentieel systeem: Erdogan wordt reeds jaren geobsedeerd door deze transformatie ook al geniet hij nu reeds van al de bevoegdheden die de grondwet hem zou toekennen, meer nog, hij heeft er geen nood aan.
Voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker (R) verwelkomt de Turkse president Recep Tayyip Erdoğan. |
Men ziet met morbide fascinatie een ervaren en ooit ingehouden politicus aan het werk, die alle gevoel voor verhoudingen is verloren naarmate zijn macht toeneemt en thans het punt heeft bereikt waar enkel ijdelheid zijn vraag voedt naar dergelijke constitutionele en anti-terrorisme prullaria.
Dit is geen bijkomstigheid maar zijn te verwachten punten die zouden kunnen leiden tot Erdoğan's politieke ondergang, zoals hij over het scherp van de snee blijft lopen en ooit één fout en of één vijand te veel zal maken. (20 mei 2016)