De plannen van priester Terry Jones om in zijn kerk in Gainesville (Florida) Korans te verbranden, laat dit duidelijk zijn, zijn onsmakelijk en passen in een lelijke traditie. Dit gezegd zijnde moeten twee andere zaken worden opgemerkt: het is in de VS helemaal legaal om boeken te kopen en ze vervolgens te verbranden. Ten tweede werd Jones door David Petraeus, Robert Gates, Eric Holder, Hillary Clinton en Barack Obama onder druk gezet enkel en alleen omdat ze bang waren voor moslimgeweld tegen Amerikanen. Ondanks het feit dat Jones afzag van de Koranverbranding, stierven tijdens protesten tegen zijn plannen vijf Afghanen en drie inwoners van Kasjmir.
In oktober 2000 ontheiligden Palestijnen het graf van Jozef. |
Niet minder belangrijk: de sharia kleineert de heiligdommen van andere religies, een traditie die de afgelopen jaren tot uiting kwam in de vernietiging van de boeddhistische Bamiyan-beelden en de ontheiliging van het Joodse graf van Jozef en de christelijke Church of the Nativity. Een wet van 2003 stelde de Bijbel geschikt voor gebruik door moslims, bij het zich schoonmaken na de stoelgang. Iraanse autoriteiten hebben in mei naar verluidt honderden Bijbels verbrand. Deze onevenwichtigheid, waarbij de islam immuniteit geniet en andere godsdiensten worden gekleineerd, heerst reeds lang in landen met een moslimmeerderheid.
In 1989 exporteerde Ayatollah Khomeini deze dubbele standaard abrupt naar het Westen, toen hij vastlegde dat de Britse schrijver Salman Rushdie zou worden geëxecuteerd op grond van godslasteringen in zijn boek De Duivelsverzen. Hiermee legde Khomeini de Rushdie-regels vast, die nog steeds gelden. Ze stellen dat wie zich tegen "de islam, de profeet en de Koran" verzet, ter dood kan worden gebracht; dat ook iedereen die met de godslasteraar is verbonden moet worden gedood; en dat alle moslims aan een informeel informatienetwerk moeten deelnemen om deze bedreiging uit te voeren.
Uiteraard zijn deze regels strijdig met een fundamenteel uitgangspunt van het westerse leven, de vrijheid van meningsuiting. Dit uitgangspunt wordt samengevat in de uitspraak, "Ik keur af wat u zegt, maar ik zal uw recht om het te zeggen met mijn leven verdedigen." Die vrijheid waarborgt het recht om fouten te maken, te beledigen, het oneens te zijn, en om god te lasteren.
In eerste instantie was het Westen geschokt door de Rushdie-regels, vandaag zijn ze echter de nieuwe norm geworden. Immers, wanneer het onderwerp 'islam' is, wordt de vrijheid van meningsuiting slechts een herinnering van voor 1989. Schrijvers, kunstenaars en redacteuren erkennen gemakkelijk dat kritiek op de islam hun leven in gevaar kan brengen.
In januari 1989 verbrandden Britse moslims "De Duivelsverzen". |
In 2006 verweerde ook de Deense premier Anders Fogh Rasmussen zich, toen respectloze Mohammedcartoons in een krant in Kopenhagen tot stormen van protest leidden: "Dit is een kwestie van principe," verklaarde hij. "Als minister-president heb ik geen enkele macht om de media te beperken, noch zou ik dergelijke bevoegdheid wensen."
Beide incidenten hebben geleid tot kostbare boycots en geweld, maar principe was belangrijker dan opportunisme. Andere westerse leiders lieten het afweten in de verdediging van vrije meningsuiting. De regeringen van Australië, Oostenrijk, Canada, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Israël en Nederland, hebben al geprobeerd of zijn er al in geslaagd om overtreders van de Rushdie-regel gevangen te zetten.
De regering-Obama kan nu bij dit smadelijke lijstje worden gevoegd. De druk op Terry Jones heeft de vrijheid van meningsuiting over de islam verder uitgehold en impliciet de bevoorrechte status van de islam in de Verenigde Staten vastgelegd, waarbij moslims anderen mogen beledigen, maar zelf niet mogen worden beledigd. Dit heeft het land verder in de richting van de dhimmitude gebracht, een toestand waarbij niet-moslims de superioriteit van de islam erkennen. In wezen heeft Obama immers de islamitische wet bekrachtigd, een precedent dat kan leiden tot andere vormen van verplichte naleving van de sharia.
Obama had, in navolging van Rasmussen, het beginsel van vrije meningsuiting moeten beklemtonen. Het nalaten daarvan betekent dus dat Amerikanen zich verder moeten verzetten tegen de toepassing van de Rushdie-regels door de Amerikaanse overheid, of tegen andere aspecten van de sharia.