Heidi Beirich van het Southern Poverty Law Center (SPLC) heeft een gestandaardiseerd antwoord gegeven op de lawine van protesten (met inbegrip van een bijzonder welsprekend in de National Review) ten opzichte van haar ellendige Field Guide to Anti-Muslim Extremists (vanwie ik er blijkbaar een ben). In haar apologie poneert zij een erg opmerkelijke bewering aan mij gericht, die vraagt om een reactie. Zij schrijft dat
de oproep tot een verbod van het dragen van religieuze kledij is inderdaad extreem, ongeacht de religieuze instelling. Oproepen tot een verbod van de niqab is verwant aan het verbieden van een keppeltje. Daniel Pipes, een andere extremist op deze lijst, heeft ook opgeroepen tot een soortgelijk verbod. Deze oproepen zijn in strijd met de vrijheid van godsdienst.
Een keppel of kippa. |
De keppel (aka kippa of jarmoelke); is dit nog ernstig? Als antwoord, twee punten gericht aan mevr. Beirich:
- Ik heb geen probleem met het dragen van een hijab of boerkini omdat deze geen bedreiging vormen voor de openbare veiligheid. Zij zijn een zaak van persoonlijke islamitische uitdrukking. Maar ik verwerp de niqab en de boerka omdat zij wel degelijk de openbare veiligheid bedreigen. Wanneer u de moeite had genomen om mijn blog te consulteren omtrent dit onderwerp, met meer dan honderd incidenten waarbij deze kledingstukken werden gebruikt voor criminele doeleinden en of om politiek geweld en jihad te vergemakkelijken, dan had u het probleem begrepen.
- Hoofddeksels zoals niqabs en boerka's zijn verboden in banken en andere commerciële instellingen over de hele wereld, om de voor de hand liggende reden dat criminelen ze gebruiken als accessoires voor overvallen. Voor zover ik weet, heeft geen enkele instelling ooit de kippa, een klein kledingstuk aan de bovenkant van het hoofd, om veiligheidsredenen verboden. Kunt u misschien achterhalen waarom niet?
(6 november 2016)